Allegrini

De Allegrini familie heeft sinds de 16de eeuw een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Fumane en Valpolicella en heeft de cultuur van wijsmaken overgeleverd van generatie op generatie.
Het bedrijf Allegrini kan worden beschouwd als het resultaat van de intelligentie en het harde werk van Giovanni Allegrini, die een ongecompliceerde, instinctieve man was die een agrarisch bedrijf bouwde dat solide, efficiënt en innovatief was. Hij begon op zeer jonge leeftijd te werken en perfectioneerde de kunst van het maken van wijn met grote vaardigheid en een allesomvattende passie. Hij kreeg de suggestieve bijnaam “il ragno delle botti” (de kelderspin”); want in de kelder nodigde hij trots gasten uit om zijn wijn te proeven, en terwijl hij luisterde naar commentaren en meningen, sprong hij als een spin van het ene kostbare vat naar het andere.  De levensstijl, geschiedenis en cultuur van Giovanni vertegenwoordigen vandaag nog steeds de sleutel tot het begrijpen van de filosofie en de redenen achter het succes van Allegrini. Na de vroegtijdige dood van Giovanni in1983 namen zijn drie nakomelingen het bedrijf over en hebben ze het sindsdien met passie geleid.
Valpolicella, èèn van de meest prestigieuze wijnbouwregio’s in Italië, is sinds de oudheid gewijd aan de wijnproductie, zoals de etymologie van de naam doet vermoeden: “val polis cellae” wat in feite betekent “de vallei van de vele kelders”. Het is gelegen in het oostelijke deel van Veneto, tussen Verona en het Gardameer, met zijn grens afgebakend in het noorden door het Lessini-gebergte.
Palazzo della Torre is een wijngaard, gelegen aan de voet van de Fumane en is vernoemd naar de aangrenzende Villa della Torre, een belangrijke erfenis van de Italiaanse Renaissance die ook deel uitmaakt van het landgoed Allegrini. Hij strekt zich uit over een oppervlakte van 26 hectare (64 hectare), gelegen op een gemiddelde hoogte van 240 m en de op het oosten gerichte positie garandeert een goede blootstelling aan de zon. De hier geteelde variëteiten zijn Corvina, Rondinella en Sangiovese, geplant tussen 1962 en 1989. Het gebruikte wijnstokgeleidingssysteem is het (trellis) traditionele latwerk (Pergola Trentina), met een plantdichtheid van ongeveer 3000 wijnstokken per hectare (1214 wijnstokken / acre). Het hele gebied is terrasvormig door middel van de traditionele droge stenen muur, genaamd ‘marogne’ in het lokale dialect, een zeer kenmerkend voorbeeld van lokale, landelijke architectuur.  De ondergrond bestaat voornamelijk uit mergel en kalksteen dat een duidelijke concentratie van suikers in de druiven stimuleert, terwijl het een goede zuurgraad behoudt.