Toscane is ongetwijfeld de bekendste wijnregio van Italië.  Wie Toscane zegt, denkt aan wijn. En dan vooral aan de Chianti die al decennia lang wordt geëxporteerd. In eerste instantie in grote hoeveelheden in de welbekende mandflessen, de ‘fiaschi’, maar later ook als kwaliteitswijn in de gewone ‘bordeaux’-fles.  Deze streek is erg geliefd bij toeristen vanwege het prachtige landschap en het boeiende, eeuwenoude cultuurgoed van steden zoals Florence, Pisa en Siena. De glooiende heuvels zijn niet alleen mooi om te zien, ze vormen ook een ideale voedingsbodem voor de wijnbouw.   De term Classico duidt op het feit dat een wijn geproduceerd is in het oorsponkelijke Chianti-gebied tussen  Florence (Firenze) en Siena.  Voor de Chianti Classico gelden striktere productieregels dan voor de andere Chianti.  Wat de Chianti met andere traditionele rode wijnen van de regio gemeen heeft is de druivensoort, de Sangiovese.  

Naast de Chianti (Classico) hebben de volgende wijnen een DOCG-classificatie ontvangen: Brunello di Montalcino (1980), Vino Nobile di Montepulciano (1980), Carmignano (1990) en de Vernaccia di San Gimignano (1993).  De Rosso di Montalcino DOC is feitelijk het jongere broertje van de Brunello di Montalcino. In goede jaren worden de beste druiven (Sangiovese grosso) voor de Brunello geselecteerd, de overige worden gebruikt voor het maken van de Rosso.  In minder goede jaren kan het dus zo zijn dat er alleen Rosso di Montalcino geproduceerd wordt. Dankzij de zeer hoge eisen voor de Brunello, is de Rosso ook een zeer goede wijn maar met minder lange houtrijping.Wie Toscane zegt, denkt aan wijn.  En dan vooral aan de Chianti die al decennia lang wordt geëxporteerd.  In eerste instantie in grote hoeveelheden in de welbekende mandflessen, de ‘fiaschi’, maar later ook als kwaliteitswijn in de gewone ‘bordeaux’-fles.  Deze streek is erg geliefd bij toeristen vanwege het prachtige landschap en het boeiende, eeuwenoude cultuurgoed van steden zoals Florence, Pisa en Siena.  De glooiende heuvels zijn niet alleen mooi om te zien, ze vormen ook een ideale voedingsbodem voor de wijnbouw.  De term Classico duidt op het feit dat een wijn geproduceerd is in het oorsponkelijke Chianti-gebied tussen  Florence (Firenze) en Siena.  Voor de Chianti Classico gelden striktere productieregels dan voor de andere Chianti.  Wat de Chianti met andere traditionele rode wijnen van de regio gemeen heeft is de druivensoort, de Sangiovese.  Naast de Chianti (Classico) hebben de volgende wijnen een DOCG-classificatie ontvangen: Brunello di Montalcino (1980), Vino Nobile di Montepulciano (1980), Carmignano (1990) en de Vernaccia di San Gimignano (1993).  De Rosso di Montalcino DOC is feitelijk het jongere broertje van de Brunello di Montalcino.  In goede jaren worden de beste druiven (Sangiovese grosso) voor de Brunello geselecteerd, de overige worden gebruikt voor het maken van de Rosso. In minder goede jaren kan het dus zo zijn dat er alleen Rosso di Montalcino geproduceerd wordt. Dankzij de zeer hoge eisen voor de Brunello, is de Rosso ook een zeer goede wijn maar met minder lange houtrijping.  De Vino Nobile di Montepulciano, eveneens DOCG, is afkomstig uit de heuvels rond het gelijknamige stadje.  Deze wijn werd vroeger enkel door de pausen en de adel gedronken vandaar de naam Nobile.  Voor de Rosso di Montepulciano geldt hetzelfde als voor de Rosso di Montalcino, nl. een toegankelijkere wijn daar er een minder lange houtrijping van toepassing is. De Vernaccia di San Gimignano, eveneens een DOCG wijn, is een witte droge, bleekgele wijn die als eerste wijn in heel Italië al in 1966 de status van DOC verkreeg, de G volgde pas 27 jaar later.  Naast de traditionele DOCG en DOC-classificaties is Toscane inmiddels ook bekend geworden met haar-zo-geheten “Super Toscanen”.  Wijnen van zeer ambitieuze producenten die zich in de in de jaren zeventig niet veel gelegen lieten liggen aan de regels van de toenmalige wijnwetgeving.  Zij maakten wijnen volgens eigen inzicht en verworven daar al snel faam mee in binnen- en buitenland.  De wijnen die niet volgens het toen geldende DOC- reglement gemaakt werden moesten noodgedwongen tot tafelwijn (Vini da Tavola) gedegradeerd worden.  Deze en andere veranderingen in de Italiaanse wijnwereld ten behoeve van de kwaliteit en de export maakten een herziening van de reeds bestaande wijnwet noodzakelijk.

 

Met de komst van de nieuwe wijnwet in 1992 waren de productievoorschriften voor een Vino da Tavola echter gewijzigd.  Eén van de eisen was dat bij een VdT geen jaartal op het etiket mocht staan.  Een ander punt was dat het wettelijk niet meer was toegestaan een oorsprongsbenaming te vermelden.  Dat maakte het wel erg lastig voor de wijnproducenten die de VdT gebruikten voor hun dure top-wijnen voor een select publiek van wijnliefhebbers. Op deze manier bewerkstelligden de autoriteiten een of andere vorm van regulatie, door de producenten de kans te geven hun wijnen als IGT ( indicazione geografica tipica ) op de markt te brengen, mèt jaartal en oorsprongsbenaming.  Een aantal rode wijnen die momenteel aan een opmars begonnen zijn, zijn de wijnen die vallen onder de DOC’s van Morellino di Scansano, Montescudaio, Val di Cornia en Capalbio.  Alle geven zij rijke, harmonieuze  rode wijnen van de Sangiovese, soms aangevuld met Cabernet Sauvignon. 

De trots van vele Toscaanse wijnmakers vormt ongetwijfeld de rijke, zoete Vin Santo.   De wijn wordt voornamelijk als witte versie op de markt gebracht, van de ingedroogde druiven van de Trebbiano en/of Malvasia.  Traditioneel wordt hij gedronken bij de Toscaanse Cantuccini, harde amandelkoekjes, die de Toscanen in de wijn doppen, maar de wijn is ook zeer geschikt als begeleider van diverse vruchtentaarten en zelfs als aperitief.